donderdag 19 december 2013


Bevrijding van stotteren




Tijdens onze studiereis langs spraaktherapiecentra in Europa hebben we met gretigheid alles in ons opgenomen dat werd aangewend voor het behandelen van bijvoorbeeld stotteren. De accentmethode (ritmisch foneren) van Svend Smih (Kopenhagen), ontspanningsoefeningen, ademregulatie in liggende houding met een zwaar boek op de buik (Marburg), het kon ons niet  overtuigen. 
In 1963  maakte Trees Fentener van Vlissingen (logopediste) ons opmerkzaam op een echtpaar +Schoenaker (Theo en Antonia) dat zich in Doetinchem op een originele manier met het behandelen van stotteren bezig hield.  Het contact was gauw gelegd en daaruit is een intensieve en duurzame samenwerking  voortgekomen. Rond 1960 hielden veel logopedisten nog vast aan vooroorlogse methoden en wij voelden een sterke drang naar vernieuwing. Daarvoor moest weerstand worden overwonnen: een medisch specialist die zich zo intensief met logopedie bemoeide, dat was in lange tijd niet voorgekomen. En dan die nieuwlichter uit Doetinchem die de verguisde  groepsbehandeling van patiënten weer nieuw leven inblies.
Al spoedig waren de positieve resultaten van de intensieve aanpak overtuigend genoeg dat ook psychologen, neurologen en psychiaters belangstelling toonden. Logopedisten hebben er veel van opgestoken en zijn er op hun eigen manier mee verder gegaan.
Theo Schoenaker heeft zich met zijn behandelingen ook op de ouders van stotterende kinderen gericht. Bij de  individueelpsychologische benadering van het gezinssysteem heeft hij  “bemoediging” toegevoegd als een belangrijk element waarmee stotteren kan worden voorkomen. Nadat hij zijn werkterrein naar Duitsland had verlegd heeft hij in het door hem opgerichte Adler-Dreikurs-Schoenaker Institut vele “encouraging-trainers” opgeleid. Sinds 2012 heeft hij zijn cursus-activiteit naar Genemuiden (Ov,) verplaatst. In de Schoenaker Academie wordt een opleiding tot Individueelpsychologisch counseler gegeven, en worden inleidingen en nascholingslezingen gehouden. .

dinsdag 3 december 2013

1963: Gastprofessor

Toen we in 1959  in de KNO kliniek begonnen met het Foniatrisch spreekuur kwam van veel kanten het advies: houd ook spreekuren in Amersfoort en in Woerden. Daar voelde ik niets voor, ik dacht: laat de mensen maar naar mij toe komen. Weldra was de toeloop groot genoeg, de patiënten kwamen uit alle delen van het land, soms zelfs uit België en Duitsland.
Enige jaren later dacht ik daar anders over toen er een delegatie uit Leuven kwam om te vragen of ik wilde helpen een opleiding voor een licentiaat in logopedie op te zetten. Dr Tyberghein en prof.  Knops (mathematische psychologie) kwamen bij ons thuis om dat toe te lichten. Mijn bedoeling was om het vijf jaar te doen; dan zou er wel iemand zijn om het over te nemen. Het werden twintig jaar. Aanvankelijk ging ik een dag in de week naar Leuven, later kon ik het zo regelen dat ik enige keren per jaar een langere aaneengesloten periode naar België ging. Een groot deel van het onderwijs werd verzorgd door Paul Bastijns, gepromoveerd bij prof. Knops,  en met de logopedie vertrouwd gemaakt door een half jaar stage in Utrecht.

maandag 2 december 2013

1952: Verbandleer en meer ...

Een bovenhuis in de Twijnstraat was voor utrechtse semiartsen de plaats waar ze zich voorbereidden op het artsexamen. Daar woonde meneer Remkes, een oud verbandmeester van chirurgie in het AZU. Hij oefende met ons de verbandleer en deed dat grondig, zodat enige maanden later in de militair geneeskundige dienst, het de in Utrecht afgestudeerde artsen waren die het hun leidse en amsterdamse collega's konden voordoen. Hij verkocht diverse spullen die een arts in de dagelijkse praktijk nodig heeft, zoals Hb meter en stethoscoop. Daaronder was ook een soort toverstaf die, in de nabijheid van een zere elleboog of knie gebracht, een indrukwekkende reeks neon lichtflitsen uitstraalde, waar een sterk geneeskrachtige suggestie van uitging. Ik heb later overwogen of ik het zou inschakelen om de stem terug te roepen van psychogeen afone patienten, maar ik heb niet het risico willen lopen van kwakzalverij beschuldigd te worden.
Nog belangrijker was dat Remkes ons tijdens de verbandlessen bijschoolde over onderwerpen die de laatste tijd tijdens artsexamens aan de orde geweest waren. Hij kende de vragen en wist de antwoorden. Ieder die het examen achter de rug had bracht meteen verslag uit bij Remkes. Dat was de afspraak. Ook bemiddelde hij om mensen aan werk te helpen en konden artsen die een waarnemer of assistent zochten bij hem terecht, hij zocht dan een geschikte pas-afgestudeerde uit onder zijn oud-studenten.