zondag 16 maart 2014

Oud worden en oud zijn


Mijn vrouw (Tiete Damsté-Terpstra) en ik zijn in hoog tempo op weg naar de leeftijd van 90 jaar. Ik noem het hoge tempo, omdat de dagen en jaren steeds vlugger gaan. Dat ging eerst onopgemerkt. Op een keer hebben we omgekeken en met verwondering vastgesteld dat we nu wel oud waren. Het was niet eerder opgevallen omdat we allebei nog veel fietsen en autorijden, zelfstandig wonen en met weinig hulp toe kunnen.
Wel heeft onze ouderdom beperkingen en gebreken met zich mee gebracht. De meest beperkende is het steeds slechter kunnen horen. Bij mij is dat al vroeg begonnen (zie het item over de Luchtvaart). Sinds de jaren ‘70 gebruik ik hoortoestellen. Een geluk bij een ongeluk is geweest dat de kwaliteit van die apparaten is toegenomen in ongeveer gelijke mate als dat de kwaliteit van mijn gehoor is afgenomen. Daaraan is te danken dat het verstaan van spraak tot een paar jaar geleden nog mogelijk is geweest, tenminste onder akoestisch gunstige omstandigheden. Een beetje nagalm in een schaars gemeubileerde woonkamer was al funest, en als er in de kamer een ander gesprek tegelijk werd gevoerd was het eerste gesprek niet meer te verstaan. Het bijwonen van vergaderingen, toneel en lezingen is zinloos geworden omdat we maar een klein deel van het gesprokene kunnen verstaan.
Daarbij komt  sinds een paar jaar een abominabele verwoesting van het muzikale gehoor. Vanaf mijn eerste levensjaar ben ik voortdurend met muzikale klanken in de weer geweest. De aanleg daarvoor en de interesse erin is mij door beide ouders doorgegeven. Ik heb het dan ook als een zware handicap ervaren toen dat muzikale onderscheidingsvermogen verloren is gegaan. Het begon in de laatste jaren dat ik als bestuurslid van de Utrechtse Kunstkring actief was. De eerste violist van een optredend strijkkwartet werd door mij, volkomen ten onrechte naar later bleek, beschuldigd van valse intonatie: hoge tonen werden door hem te hoog gespeeld. Het heeft even geduurd voordat ik besefte dat het niet aan de speler maar aan mijn waarneming lag. Dat stelde ik vast toen gebleken was dat alle violisten op de e-snaar te hoog intoneerden. Het is daarna snel gegaan, samenspel van kleine en grote ensembles was weldra niet meer om aan te horen, muzikale harmonie werd door mijn verstoord gehoor verscheurd tot chaotische klankenbrei. Met het gehoor van mijn vrouw is het niet veel beter. Alle muziekinstrumenten zijn nu het huis uit en de radio en CD speler worden niet meer gebruikt. Het is het ergste verlies dat door het oud worden is veroorzaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten