dinsdag 13 januari 2015

SPECIALISTEN

De opleiding tot specialist in stem- en spraakstoornissen die mij voor ogen stond ving aan met een assistentschap van vier jaar in de Groninger universiteitskliniek voor keel- neus- oorziekten. Omdat de diagnostiek ook kennis vereiste buiten dit vakgebied had ik met mijn opleider prof. Huizinga afgesproken dat ik ook elders op het UMC terrein mijn licht zou opsteken. Zo kwam ik geregeld op bezoek bij de kaakchirurgen, de orthodontisten,de plastisch chirurgen, de kinderartsen, de kinderneurologen en de kinderpsychiaters. Om moeilijkheden met mijn medeassistenten te voorkomen compenseerde ik deze excursies door af te zien van de consulten in het sanatorium in Appelscha en een paar andere activiteiten die bij mijn collega-assistenten geliefd waren.

Onze buren de kaakchirurgen waren een ergernis voor prof. Huizinga. Hij keurde het af dat ze bij het opereren aan de elementen van de bovenkaak wel eens in de neusbijholte kwamen, terwijl dat toch bij hun specialisme hoort. Ook de algemene chirurgen moesten het ontgelden als ze operaties aan de hals uitvoerden, Die hoorden immers bij het KNO gebied. Ik kon hem geen geijk geven: toen ik getuige was bij een halsoperatie die werd uitgevoerd door de algemeen chirurg Verhagen zag ik met eigen ogen de rust en zekerheid waarmee bloedvaten werden vermeden en een schildklier werd vrijgelegd. Daarmee vergeleken leek de KNO operatiekamer soms op een slachterij. Ook bij de patienten uit Groningen en Amsterdam die ik voor mijn promotie heb onderzocht waren treffende verschillen te zien in het resultaat van het chirurgisch ingrijpen, o.a. de zorgvuldigheid waarmee de wond was gehecht.