donderdag 7 november 2013

1955 - 1958: Specialisatie en promotie-onderzoek

In de anderhalve jaar op mijn rustige ziekenboeg van vliegveld Woensdrecht had ik iedere week een pak door mij aangevraagde boeken en tijdschriften gekregen van de Leidse universiteitsbibliotheek. Het ging grotendeels over fonetiek, spraak-, taal- en stemstoornissen. Dat had mijn interesse, en ik zag daar wel toekomst in omdat er in ons land  weinig academisch gevormde deskundigen waren die dat gebied wetenschappelijke impulsen konden geven. Die rol had ik mijzelf toegedacht.
Om daarin verder te specialiseren bood de medische faculteit van Groningen goede mogelijkheden. De hoogleraar keel- neus- en oorheelkunde Huizinga had belangstelling voor een goede spraakrevalidatie van patienten na operatieve verwijdering van het strottenhoofd (wegens kanker). Samen met zijn hoofdlogopediste mevrouw A.J.Moolenaar-Bijl en de lector in medische fysica dr J.W. van den Berg had hij van de stichting Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek subsidie gekregen voor een halve-tijdsaanstelling van een wetenschappelijk medewerker. Daarmee mocht ik beginnen aan mijn doctoraatsonderzoek. Het waren geen prettige jaren: de werdruk was te groot, een volle dag op de KNO-kliniek plus een halve dag in het fysiologisch laboratorium.
Voor muziek maken was weinig tijd; ik kan me herinneren dat ik heb deelgenomen aan een septet bij de familie Rijkmans, en een keer strijkkwartet bij professor Röling in Haren.
Eind 1958 heb ik mijn doctoraatsthesis verdedigd en heb ik afscheid genomen van Groningen. De plechtigheid werd ook bijgewoond door Tiete Terpstra, logopediste in Amsterdam die mij aan patienten had geholpen voor mijn onderzoek. Wij hebben ons verloofd en zijn getrouwd in februari 1959.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten